Blog 0001

LEG EENS UIT: DE HOMO LUDENS

 

Al vanaf het moment dat ik de theorie voor het eerst onder ogen kreeg, raakte ik erdoor gefascineerd. Homo Ludens: Proeve Eener Bepaling Van Het Spel-Element Der Cultuur van Johan Huizinga. De Homo Ludens, ofwel de spelende mens. Ik ben er heilig in gaan geloven dat in ieder van ons een Homo Ludens schuilt. En met name dat deze eigenschap niet verdwijnt op de dag dat je achttien wordt.

 

Hoewel het zich bij mij het meest duidelijk voordoet als ik een schommel onder ogen krijg en het niet kan weerstaan om deze te bestijgen (en dit dus ook zal doen), is het ook op een meer onverbloemde wijze op dagelijkse basis aanwezig in mijn leven. Voor mij is het namelijk een broodnodige aanpak om noodlottigheden onderweg een plek te geven.

 

Hierbij moet ik ook maar meteen toegeven: ik vind het leven moeilijk. Ik wou dat ik iemand was die fluitend door het leven ging, niet snel van zijn stuk raakt door fatale beschikkingen, groot dan wel klein. Ik wou dat ik iemand was die problemen van de ander ook bij de ander kan laten en gebeurtenissen niet tot in den treurnis wil analyseren. Iemand die gewoon iedere dag doodleuk opstaat, naar zijn werk gaat en weer gaat slapen, alsof dat niet het meest krankzinnige is dat wij met z’n allen aan het doen zijn.

 

Maar nee. Ik zie overal de ernst van in. Ernst. Er gaat geen dag voorbij dat ik mij de onzinnigheid van mijn bestaan niet realiseer, dat ik een vervelend gesprek of moeilijk voorval niet nog voel in mijn tenen of dat ik wereldnieuws niet krampachtig probeer te begrijpen. Ik ben zo iemand waar je misschien wel eens over gehoord hebt, zo iemand waar depressie altijd op de loer ligt. Aangenaam! 

  

Huizinga bracht zijn proeve uit in 1938. Het is na die lange tijd nog steeds actueel. Een boek dat tot de verbeelding spreekt en inspireert. De handeling van spelen is namelijk nog steeds zo besloten in het leven als toen Huizinga zijn visie op papier zette.  Spel is, zegt Huizinga, in de eerste plaats een vrije handeling. Hoewel de speler veelal heeft te doen met de voorwaarden of regels die zijn gecreëerd om het spel te kunnen spelen, en hier direct al ambivalentie plaatsvindt; is deelname vrijwillig. En, spel vindt plaats buiten de primaire behoeftes. Het kan zich alleen voordoen buiten de handeling van eten en slapen. Veiligheid is een belangrijke voorwaarde. Als laatste belangrijk kenmerk: spel is ook bedoeld om enkel alleen het spelen zelf als doel te hebben. Er is dus geen nut in het spelen, behalve het spelen zelf. In Homo Ludens: Proeve Eener Bepaling Van Het Spel-Element Der Cultuur gaat Huizinga nog verder in op de ernst die erin besloeten zit, wil het zich echt als spel kunnen voltrekken en spreekt hij zijn zorgen uit over het verdwijnen van het spelelement in de cultuur. Om verschillende redenen. De opkomst van commercie, technologische ontwikkeling of het hyperindividualisme dat (toen al) de kop opstak.

 

Zo ver wil ik in deze kleine ode aan de spelende mens niet gaan. Ik voel mij al verbonden met het idee dat spelen onderdeel van het leven is. Net zoals leven onderdeel van spelen is. Spel structureert, volgens Huizinga, het menselijk handelen.

 

Dat de mens in staat is om te spelen is mijn redding! Een verhaaltje, een grapje, een muziekje, een bordspelletje, een dansje in de woonkamer: het geeft mij verlichting. Spelen is meer dan alleen opvulling van de tijd. Het is meer dan het wegnemen van verveling. Het is voor mij een manier om ademruimte te creëren. En in deze ademruimte kan ik dingen inzichtelijk krijgen en begrijpelijk maken. Spelen is voor mij de manier om dingen onder woorden te brengen, die ik met de gewone taal niet kan bevatten. Spelen is mijzelf formuleren. 

 

Ik ben dan ook trots te mogen zeggen dat ik van spelen mijn werk heb gemaakt. Een verhaaltje wordt een dramaturgie, een grapje wordt absurdisme, het muziekje en het bordspelletje worden een compositie en het dansje wordt een uitlaatklep van beweging. In het maken van theater zitten veel verschillende vormen van spelen, maar bovenal zorgt het voor een omgeving waarin ik troost kan vinden, als mens zijnde. Waarin ik, gesterkt door de theorie van Huizinga, voel dat ik niemand meer hoef te zijn dan iemand die gewoonweg speelt. 

 

Merijn van Beusekom

Reactie schrijven

Commentaren: 0